Arnold Marsman van Erve Brooks stuurt groei bedrijf op intuïtie
Arnold Marsman en zijn vrouw Yvonne namen in 2016 Erve Brooks volledig over van Arnolds ouders. Het begon als een museumboerderij en is uitgegroeid tot een onderneming met allerlei activiteiten om mensen het platteland en de natuur te laten ervaren. Bij de uitbreiding van de activiteiten gaan Arnold en Yvonne vooral af op hun eigen intuïtie.
Geschiedenis van Erve Brooks
“Erve Brooks heeft een geschiedenis als boerderij. Vijftig jaar geleden was het nog gewoon een melkveebedrijf. Mijn ouders hebben er toen een schuur bijgebouwd waar je allerlei oude gebruiksvoorwerpen en gereedschappen kon bekijken. In eerste instantie kwamen de mensen om spullen in het museum te bekijken. Maar na een aantal jaren kon je er ook een kopje koffiedrinken en een pannenkoek eten. Zo zijn er in de loop van de jaren steeds nieuwe dingen bijgekomen”, vertelt Arnold Marsman.
Beleving van platteland
De basis van Erve Brooks is mensen het platteland te laten beleven. Daarnaast zijn er allerlei andere activiteiten bijgekomen zoals natuurlijk de speeltuin, familiedagen, het pannenkoekenrestaurant, fietstochten en klootschieten. De nieuwste activiteit is het binnenerf waar overdekte activiteiten voor kinderen komen en ruimte is voor het houden van feesten.”
Kijken jullie vanuit een strak financieel oogpunt naar de onderneming?
“Nee, eigenlijk niet, we kijken vooral naar wat wij zelf leuk vinden.” Yvonne vult aan: “Ik vind het mooi om nieuwe dingen te ontwikkelen. We denken wel na of het nut heeft om een investering te doen en of het geld oplevert. Maar het gaat niet alleen om het geld. Voor ons is het belangrijk dat we dingen doen die we interessant, leuk of mooi vinden.”
Waar financier je alle plannen van?
“Volgens de banken bouwen wij op de Griekse manier. Ieder jaar kijken we hoeveel geld we over hebben om te investeren in een nieuwe activiteit en dan hopen we dat het over een paar jaar goed draait. Het lijkt heel makkelijk maar dat is niet zo. Als je privé naar je rekening kijkt dan weet je hoeveel er binnenkomt en hoeveel je kan uitgeven. In de zaak gaat dat niet altijd zo makkelijk. Er zijn altijd onverwachte dingen. In de zomer verdienen we veel meer dan in de winter. We moeten van tevoren goed berekenen hoeveel geld we nodig hebben om de winter door te komen.”
Hoe is het om het familiebedrijf voort te zetten?
“Eigenlijk weet ik niet anders, ik ben in het bedrijf opgegroeid. Het voordeel is dat je in een draaiend bedrijf stapt. Je weet wat de omzet is en wat je kunt verwachten. Ik loop al jaren mee en heb veel kennis en ervaring opgedaan. Als je zelf iets nieuws start, groei je vaak veel langzamer omdat je minder zekerheden hebt en moet afwachten of iets gaat lopen. Mensen denken vaak dat je het bedrijf in de schoot geworpen krijgt, maar dat is niet zo. De instap is misschien wat makkelijker, maar het moet betaald worden.”
Wat vind je lastigst aan ondernemen in een familiebedrijf?
“Voor mij is dat toch wel dat je constant in de schaduw van je ouders staat. Zeven jaar geleden werden we gevraagd om het bedrijf over te nemen. Ik werkte er al 20 jaar en deed eigenlijk alles al. Toch gebeurt het nog wel eens dat iemand vraagt om de eigenaar te spreken, dan willen ze mijn ouders spreken. Het voelt of je niet voor vol wordt aangezien. Nu ben ik wat ouder en heb ik dat minder. Ouders vinden het ook moeilijk om het bedrijf af te geven, ook al is het aan je eigen kind.”

Hebben jullie een rolverdeling?
“Hoewel we allebei in het bedrijf actief zijn, zijn we niet echt veel samen aan het werk. Er is wel overleg over allerlei zaken en daarbij zitten we aardig op dezelfde lijn. Vaak vullen we elkaar aan en dat is wel belangrijk. Yvonne doet de personeelsplanning en alles wat er verder bij komt kijken en de bediening in het restaurant. De telefoon en afspraken maken, is mijn ding. Ik ben meer in de keuken. Als het echt heel druk is, bak ik ook de pannenkoeken.”
Hoe krijg en houd je goede medewerkers?
“Door de week heb je de vaste medewerkers. Zij weten allemaal hoe het hier werkt. De rest vullen we in met scholieren. Vooral in de weekenden zijn we heel erg druk. Het is belangrijk dat je niet te vaak en niet te veel verandert. We hebben vaste systemen voor arrangementen, de menu’s en de kinderfeestjes. Als je de kaart te vaak verandert geeft dat onrust. Mensen weten dan niet meer wat het is. Voor de jongeren die bij ons werken is het belangrijkste dat het gezellig is. Sommigen maken hier vrienden en vriendinnen. Die gaan niet meer zo snel weg.”
Hoe is je relatie met TweeDee?
Gewoon goed. Mijn ouders werkten al met TweeDee. Wilfred heeft ons geholpen met de overdracht. Hij bracht een frisse nieuwe blik en dat was voor ons heel goed. We hebben veel contact met Dennis, Wilfred en Wim Kemink. Wim snapt altijd goed wat ik bedoel, zelfs als ik het niet zo goed weet uit te leggen. We zijn blij dat de boekhouding is uitbesteed zodat wij ons op de werkvloer kunnen richten.