Hoge Raad maakt korte metten met spaartaks

Iedereen met een flinke spaarpot kan profiteren van een uitspraak van De Hoge Raad. Die tikte de fiscus kort voor kerst op de vingers en stelde dat de vermogensrendementsheffing, in de volksmond spaartaks genoemd, onrechtvaardig is en dat belastingbetalers het te veel betaalde geld terug moeten krijgen.

De uitspraak volgde op een massaprocedure van 60.000 belastingbetalers tegen de spaartaks die onder meer werd gevoerd door de Bond voor Belastingbetalers. De Hoge Raad bepaalde dat de fiscus een van de zes proefpersonen in de procedure duizenden euro’s belasting moet terugbetalen.

De spaartaks is al langer onderwerp van felle discussie. De belastingdienst gaat ervan uit dat je geld verdient met je vermogen. Voor het vaststellen van de vermogensbelasting rekent de belastingdienst met een fictief rendement. Boven de vrijstelling werd tot 2017 dit fictieve rendement van 4% belast met een heffing van 30% waarmee de daadwerkelijke vermogensbelasting uitkomt op 1,2%.

In 2017 volgde een belangrijke aanpassing van de heffingsgrondslag om enigszins tegemoet te komen aan de sterk gedaalde spaarrente. Wie meer vermogen heeft, wordt geacht een groter deel daarvan te beleggen en krijgt daarom een hoger fictief rendement voor de kiezen – en dus een hogere heffing.

Volgens de hoge rechters is dit een schending van het eigendomsrecht. Vermogenden die niet of mondjesmaat willen beleggen, en dus sparen, betalen meer vermogenstaks dan ze aan rendement behalen. Ook is volgens de Hoge Raad sprake van ‘ongelijke behandeling’, doordat mensen worden afgestraft als ze het fictieve rendement niet halen ‘door gebrek aan inzicht of fortuin.’

Hoever de strekking van deze uitspraak is, is nog niet duidelijk. De belastingdienst heeft nog geen officiële reactie gegeven. Verwacht wordt dat de zaken van de 60.000 mensen die zich voor de jaren 2017 en 2018 hebben aangesloten bij de bezwaarprocedure sneller worden afgehandeld waarbij gekeken wordt naar het daadwerkelijk behaalde rendement.

De Bond voor Belastingbetalers is van mening dat het arrest ook voor alle andere spaarders moet gelden, maar het is aan de politiek om dit te beslissen.

Vooralsnog luidt voor alle andere spaarders het advies op basis van dit arrest bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag 2021. Dit kan ook voor 2019 en 2020 zolang de definitieve aanslag nog niet binnen is.

Wilfred Halfman of Jeffrey Scheffer helpen u graag verder.